dinsdag 22 oktober 2013

I heart Americans!

Hoe gaat het met jullie? Ja, het is alweer veel te lang geleden. 't Was niet van niet willen, maar van niet kunnen. Ik weet al maanden wat ik wil schrijven, maar heb letterlijk mijn handen niet vrij. En alhoewel ik ondertussen al erg snel een e-mailtje met een hand kan schrijven, zowel links als rechts, zie ik dat voor een blogje niet zitten. Nu, genoeg gezeverd, dat laat ik aan Willem over. Straks is het hier alweer gedaan, die handen-vrije tijd. Dus moet ik me haasten. Mij haasten om te vertellen dat Janne bij een vriendin is voor een sleep-over omdat ik letterlijk door mijn benen zakte, op mijn tandvlees zat, het bos door de bomen niet meer zag. Na maanden van wel erg korte nachten was vorige week "la grande finale": een man die in het buitenland zit = Janne ziek. Dat is al zo sinds ze geboren is, maar alleen als oma er niet is om me bij te staan. En dan hoest Janne niet alleen de longen uit haar lijf maar ook alle left-overs uit haar maag. Een vodje van een dochter heb je dan die uitgeteld in de zetel ligt en naar een scherm staart. Maar ook eentje met een rothumeur die je in het midden van een Willem-shift wakker roept omdat ze dorst heeft, om dan haar water te weigeren omdat het geen bubbelwater is. Of bij alles wat je haar aanbiedt om haar wat beter te maken, van medicijnen tot lippenzalf tot thee met honing, NEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEN schreeuwt. Jaja, zieke kinderen, je kent dat wel. Ewel, laat deze miserie nu de aanleiding zijn van een positief verhaal, eentje dat ik al wou schrijven vlak na de geboorte van Willem.

Geef het maar toe. Wij hebben niet zo'n al te best beeld van Amerikanen. We vinden ze veelal luidruchtige idioten met een onverstaanbare liefde voor wapens. Het kunnen alleen maar idioten zijn die hun kinderen wapens cadeau doen, tegen sociale zekerheid zijn en stemmen voor Bush. Idioten die niet weten wat de hoofdstad van Belgie is (Antwerpen toch zeker!) en over alles een film maken om het boek niet te moeten lezen, omdat ze dat blijkbaar niet kunnen, lezen. Het is hier dan ook ontzettend gevaarlijk om te wonen met al die wapens en onwetendheid. Het schietincident dat letterlijk naast onze deur plaatsvond, bewijst het. En wij maar zeggen tegen onze ouders dat het hier veilig is. En toch heb ik hier ondertussen mijn hart verloren aan dat volkje.

Het begint met de ontzettende vriendelijkheid. Bij ons zeggen ze dan: Amerikanen zijn oppervlakkig. Ze slaan wel een praatje, maar dat is het dan. Maar ik vind praatjes slaan heerlijk. Het is zo, zooo, zoooo makkelijk om hier met iemand aan de praat te raken. En zo heb ik trouwens ook mijn beste vrienden hier gemaakt, door gewoon een praatje. Frederik en ik schrokken ons een ongeluk toen we in februari naar NYC gingen. Uit goeie gewoonte zeiden wij vriendelijk tegen iedereen goeiedag die bij ons in de lift stapte, maar we kregen geen antwoord. We vonden het maar kil en koel, die mensen daar, terwijl ons dat nooit was opgevallen als vanuit Belgie in NYC landden. Ik vermoed dat de Amerikanen die in Europa landen zich nog meer een hoedje schrikken.

En dan de solidariteit. Daar geraak ik maar niet over. Bijvoorbeeld toen ik eind augustus begin september met mijn nierontsteking zat. Toen snelden sommige van de moeders van de cooperatieve kleuterklas te hulp met play dates nog voor we kennis gemaakt hadden. Of toen Willem geboren was. Dan zette een moeder een "meal calendar" op poten: mensen kunnen intekenen op een elektronische kalender om je eten te brengen voor die eerste moeilijke weken. Dat was zonder overdrijven een godsgeschenk. Die eerste weken kregen we elke dinsdag en donderdag een heerlijke maaltijd aan onze deur gebracht door de mama's van de coop. En het is echt niet dat dat al die mama's persoonlijke vrienden zijn. Ik maakte me zorgen hoe ik zoveel goedheid kon terugdoen, toen een van de mama's me er op wees dat dat helemaal niet de bedoeling was. Het idee is dat jij dat op jouw beurt weer doet voor iemand die het nodig heeft. Fantastisch toch! Dat noemen ze hier "community". Je bent lid van jouw community en dat kunnen er verschillende zijn: de YMCA, de coop, maar ook het radiostation waarnaar je luistert en de buurt waarin je woont, en draagt bij tot die community zoveel je kan. En kun je niet, dan helpt de community jou. Zo zorgen mensen hier voor elkaar. Solidariteit is er dus met hopen. Het is alleen niet door de staat gereguleerd.

Dat brengt mij terug bij mijn week "in hell". Dinsdagnacht post ik op fb dat Janne ziek is, woensdagochtend brengt een coop mama mij vier zelfgemaakte muffins, woensdagnamiddag komt een vriendin drie maaltijden in mijn diepvries stoppen zodat ik niet hoef te koken, donderdagavond komt een vriend koken en afwassen zodat ik letterlijk niet eens hoef recht te staan. Zondag wordt het brood aan de deur gebracht en gisteren is Janne dus bij vrienden gaan slapen zodat ik de hele namiddag kon bijslapen en 's nachts alleen voor Willem moest opstaan (die van om de twee uur naar om de drie uur borstvoeding gegaan is: HOERA!!). En ondertussen vragen alle coop mama's alweer hoe ze kunnen helpen en of ze een meal calendar moeten opzetten. YES PLEASE! Wat fantastisch toch dat ik nu zelf ook zo'n Amerikaantje in huis heb!

zaterdag 27 juli 2013

Ankerbaby, deel III

Stilte. Zalig!! Free is met Janne en Willem naar het park. Ondertussen zou ik even bijslapen, maar het lukt me niet. Heb last van een mix van duizeligheid en hoofdpijn, slaaptekort dus. O, ironie! Dan maar dit schrijven om twee vliegen in een klap te slaan: jullie op de hoogte houden en mijn frustraties van mij afschrijven, want wee oh wee, wie had ooit gedacht dat mijn lieve Janne zo'n monster kon zijn. Vergeef me voor de felle uitdrukking, maar dat is nu eenmaal eigen aan het genre frustraties van zich afschrijven. Bovendien schrijf ik louter wat menig moeder denkt, daar ben ik zeker van, al voelt misschien niet iedereen de behoefte om die grrrrrrrrr-gevoelens rond te bazuinen. Soit, ik dus wel!

Man, man, man! Alles wat vroeger gewoon de orde van de dag was, de kleine routines die je opbouwt met je peuter of kleuter (omdat ze daar trouwens zelf op staan), zijn nu een aanleiding voor een machtsstrijd zonder einde! Het is echt ongelooflijk hoe die kleine meid zoveel energie en wilskracht heeft om echt elke (vroeger evidente) regel of gewoonte te breken of te betwisten. Ik word er zonder overdrijven hoorndol van.
Een klein voorbeeldje uit de oneindige reeks van voorbeelden:
- Janne, wat wil je eten? Wat wil je op je boterham?
- Koekjesboter. [ Oma bracht een pot speculaaspasta mee uit Belgie, iets wat hier trouwens ondertussen in bijna alle supermarkten te koop is]
- We hebben geen koekjesboter meer. Er is nog confituur, smeerkaas, en roomkaas met honing. Wat wil je dan?
- Koekjesboter.
- Dat is er niet meer. Ik beloof dat we samen naar de winkel gaan om nieuwe koekjesboter, maar nu moet je iets anders kiezen.
- IK WIL KOEKJESBOTER!
- Lieve schat, dat is er niet. Kies voor nu iets anders.
- [Huilend] Ik wil koekjesboter!
(Herhaal 5 keer)

- Kijk, dat is er nu niet. Kies iets anders of je gaan zonder boterham bed in. Wat kies je? Kaas of confituur?
- Koekjesboter.
En in bed gaat ze, waar ze het natuurlijk nog meer op een huilen zet. Na de paar minuten afkoelperiode ga ik haar kamer in:
- Lieve Janne, wat wil je nu eten op je boterham? Confituur of kaas.
En Janne met een grijns van hier tot ginder:
- Koekjesboter.
Ik loop gewoon naar buiten en ze roept me na: "Confituur!"

En dan is er nog die nieuwe gulden regel die ze ondertussen waarschijnlijk al honderden keren gehoord heeft: "Je mag babybroertje niet wakker maken! Slapende baby'tjes maken we niet wakker!" Waarop ze parmantig zijn tut uit zijn mond trekt, met de vanzelfsprekende gevolgen, opnieuw met een grijns op haar gezicht.

Ook het roepen is nieuw. Luid brullen en tegenspreken, in twee talen. Zoals gisteren toen ik de zonnecreme die ze zelf aan het smeren was wat meer wou opensmeren: "NEVER help me!" Dat heb je met tweetalige kinderen.

De dokter zei dat een tweede kindje de grootste aanpassing vergt, niet van de ouders, maar van het eerste kindje. (Dat tweede kindje doet het trouwens goed, hij begint te lachen en te brabbelen.) Ik probeer echt alle begrip te hebben voor dat eerste kindje. Ik knuffel haar extra, zeg dat ik van haar houd (extra), prijs haar extra als ze me helpt, leg uit waarom ik zelf moe ben, wat een baby'tje inhoudt, etc., etc. maar het lijkt allemaal niet te baten. Ze kijkt me aan met een blik van je-weet-wel en geeft me zonder moeite het gevoel de slechtste moeder op aarde te zijn. Tegen de tijd dat Free thuiskomt, ben ik klaar om iemand in elkaar te slaan. Of zoals iemand op facebook heeft staan: "Ever felt like kicking a Chihuahua?" "Every day, every minute of the day!" momenteel.

Voor de rest gaat alles goed.

maandag 8 juli 2013

De doopsuiker



Gezond, schattig en wel




Homies

 


maandag 24 juni 2013

Ankerbaby, deel II

Snel en onsamenhangend. Met schrijffauten en missende woorden door slaapdeprivatie. Willem, onze ankerbaby, deel II.

Met Willem gaat alles goed. 't Is een echte baby. Zo eentje die alleen maar slaapt als hij op iemands borstkas ligt, liefst op de boezem van mama. Zo'n baby die slaapt met een tepel half in zijn mond en heftig begint te zuigen als je aanstalten maakt om hem te verleggen. Telkens opnieuw probeer ik hem heel voorzichtig van mij te halen en in de babystoel te leggen, maar telkens opnieuw gaan na tien minuten zijn oogjes open en nog vijf minuten later begint hij de meest droevige smoeltjes te trekken om dan in een hartsbrekend huilen uit te breken. Vandaar dat Willem het grootste gedeelte van de dag en de nacht doorbrengt op of rond mijn borsten. En vandaar dat ik momenteel weer op craigslist en amazon zit op zoek naar die supersonische babystoel die kan wiegen in drie richtingen in zestien verschillende snelheden met vijfendertig muziekdeuntjes en bijpassende mobiele, in de hoop dat ik hem dan eindelijk eens dertig minuten kan neerleggen. Tot dan moet de stofzuiger soelaas brengen. Herkenbaar, nietwaar?

Met mij gaat het beter. De dokters hebben me opgedragen om elke dag dertig minuten te stappen, en ik zit toch al aan twee blokjes (dat wil zeggen van 55th street tot 60th street), jammergenoeg nog niet zonder pijn. Ver kan ik dus nog niet lopen. Wat betekent dat ik mijn dagen thuis slijt, want veel rondzeulen met een maxicosi en een kleuter zit er nog niet in. Alleen moeders kunnen je vertellen wat een aanslag nieuw leven geven is op je lijf. Dat vind ik zelf mentaal het zwaarste, nek aan nek met het gebrek aan slaap. Gelukkig weet ik dankzij Janne dat dat wel weer goed komt, toch het meeste.

Met Frederik kan het beter. Ik heb een beetje medelijden met mijn man. Want zoals hij zelf zegt, heb ik nu vooral een zoon en heeft hij nu vooral een dochter en die is momenteel niet van de poes. Daar later meer over. Maar hij heeft ook nog een job, een huishouden en een slaapgedepriveerde vrouw met aanhangsel. Terwijl ik vooral deze baby probeer te 'pleasen', rent hij van hier naar daar, van werk naar dochter naar vrouw.
Klein voorbeeld. Zijn baas heeft hem/ons vorige week gevraagd of hij het zou zien zitten om in het najaar nog eens naar Zwitserland te gaan. Dat zou de teller op drie zetten (een totaal van twee en een halve maand) met de olijke belofte dat er dan geen trips meer gepland zijn tot de volgende zomer. Het angstzweet breekt me uit bij de gedachte alleen al, want voor die eerste maand zonder mijn superman krijg ik hulp uit het Belgenland, maar voor die tijd daarna heb ik nog geen helpende hand gepland. Iemand zin in een au-pair ervaring voor een maand? Serieus! De reden voor de vraag is Janne.

Met Janne gaat het minst. Onze mini-miss heeft het zwaar te verduren of beter: wij krijgen het zwaar te verduren. Zowel Free als ik proberen haar echt tegemoet te komen met knuffels en aandacht, maar dat zint haar allemaal niet. Ze peuterpubert 24 op 24. Tot je er echt horensdol van wordt. Alles is het waard om een huilbui van te krijgen. Wat anders gewoon de routine van de dag was, wordt nu een strijd tot in het oneindige. Ze heeft al een aardbeienmelkje, maar nu wil ze het aardbeienmelkje met het koetje er op. Ze kan plots niet meer alleen op het potje of haar schoenen aan doen, we mogen haar haar niet meer wassen of haar gewoon een zoen geven. Alles zegt ze met een huilerig, onheilspellend stemmetje.
Gelukkig gaat ze deze week elke ochtend "op kamp". Dat is dan een speciaal kinderopvangprogramma van de YMCA, maar da's alleen voor deze week. En krijg ik heel wat aanbiedingen van mama's van de coop voor play dates. Maar ik durf momenteel niet verder te kijken dan deze week. Alle tips welkom!

Conclusie: we zien onze peren af, zoals alle ouders van pasgeborenen. Misschien moet er op baby-kaartjes naast 'gelukwensen met de baby' ook 'innige deelneming' staan.

vrijdag 7 juni 2013

Onze willem, dag 1

I did it

Welkom thuis

Een grote zus in de wolken



Hiep hiep auw hoera voor Willem!!

Mijn excuses voor de vertraging, maar het was nogal een bevalling, en het is ook nogal een baby, onze baby Willem.

Maandag gingen we dus mijn mama ophalen op de luchthaven. We hadden op voorhand gezegd dat ze misschien een taxi zou moeten nemen richting ons huis. Dus belde ze heel voorzichtig toen ze nog voor de douane stond. Of het zou lukken om haar op te halen. We waren al onderweg. En al lachend of we daarna onmiddellijk naar het ziekenhuis zouden rijden. Wie weet, zei ik nog.

Ik had ondertussen al zoveel krampen en schoppen te verduren gekregen dat ik op den duur niet meer wist wat ik voelde. Dat was zo toen ik in de auto zat. En dat was ook nog zo toen ik in de luchthaven rondwaggelde op zoek naar mama. Maar dat was niet meer zo toen we richting auto terugliepen. Op dat moment moest ik toch echt even stoppen met wandelen en om adem happen. En Free roept van bij de auto: "Ik geloof je niet!!" Maar het was wel waar. En het bleek ook nog eens om de vier minuten waar te zijn. Dus van luchthaven naar huis, oma en Janne uit de auto, valiezen ruilen en richting ziekenhuis. Mega wee, in de parking, gelukkig al in een rolstoel, met als laconieke opmerking van een omstaander: "I think you are having a baby". En vandaar onmiddellijk in de bevallingskamer om het Amerikaanse circus te laten beginnen.
Ik had al zeven centimeters en weeen om de zoveel minuten terwijl het halve ziekenhuis (zo leek het toch) zich vriendelijk kwam voorstellen als assistant-doctor, of nurse, of midwife, of head of the resident-doctors, van alles en nog wat. Ik weet het allemaal niet meer. Ik weet alleen nog dat ik dacht "IDIOTEN!!! Zien jullie niet dat ik bezig ben!!!" En nog vijf minuten later mocht ik persen (Free zei dat het geen vijf minuten waren, maar uiteindelijk een uur; een mens zijn perspectief verandert wel wat als hij aan het bevallen is). Blijkbaar zat er meconium (of hoe schrijf je dat?) in het vruchtwater en dat betekent in de States dat er dan altijd pediaters bij de bevalling aanwezig zijn. Waarom het er dan drie moeten zijn, weet ik niet. Soit, de hele bevallingskamer stroomde in elk geval op dat moment vol. Ik denk dat er zonder Free en ik gerekend minstens acht mensen in de kamer stonden. Ik voelde me maar een beetje bekeken. Wat een geluk voor zoveel pijn dat je helemaal versuft bent en het je allemaal niet meer kan schelen. Maar na een paar persen (en het getrek en gepotel van iemand die zogenaamd aan jouw kant staat) liep de kamer weer leeg, wat zelfs in mijn staat erg demotiverend was. Het zou dus nog niet voor meteen zijn, het bleek namelijk een sterrekijkertje te zijn, eentje die zo naar boven wil kijken als hij in de wereld komt, in plaats van naar beneden.

De rest van de details bespaar ik jullie. Ik heb nog bijna twee uur moeten "wachten" vooraleer de kamer weer vol liep. En ik zou willen schrijven dat de komst van Willem dan alles goedmaakte, maar dat zou de werkelijkheid oneer aandoen zijn. Want ze hebben hem onmiddellijk weggenomen om te checken of alles okee was, en zijn longen schoon te maken, etc.... terwijl ik nog verder moest "bevallen" van een placenta etc... Het was met andere woorden een zware bevalling en ik ben dan ook langer dan gewoonlijk (in de States althans) in het ziekenhuis gebleven, namelijk twee nachten in plaats van een.
Dat ze mij met zware pijnstillers naar huis laten gaan, vind ik vriendelijk. Het mochten er nog wat meer zijn zelfs. Ik kan ze goed gebruiken. Dat ik nog steeds met moeite rondloop en ze mij toch naar huis laten gaan, kan ik begrijpen. Ze hadden om dat probleem te overbruggen twee verschillende kinesisten langsgestuurd: een 'physical therapist', om te checken of ik van de vijf trappen naar ons appartement zou kunnen stappen en een 'occupational therapist' om te checken of ik in de douche zou geraken. Dat ze mij bijna met een catheder naar huis stuurden, daar hadden zowel Free als ik behoorlijk onze bedenkingen bij. Dan zouden ze me leren hoe ik met dat ding moest omgaan en dan moest ik gewoon. Gelukkig was ik geslaagd op mijn tweede plastest. Geen catheder dus. Wat ons uiteindelijk bijna de das omdeed, was dat onze autostoel afgekeurd is door de verpleegster wegens onveilig. Het ding, dat we in een tweedehandswinkel kochten, is blijkbaar zes maand over tijd. Een babystoel mag maximaal zes jaar oud zijn en wordt daarna als onveilig beschouwd. Maar goed. We waren gewaarschuwd, en mochten dan eindelijk vertrekken richting huis, oma en fiere grote zus Janne.

En nu zijn we dus al twee dagjes en twee nachtjes thuis met onze nieuweling. Vandaag moesten we al opnieuw bij de pediater langs. We, want ik ben nog steeds niet zo goed te been. Daar wilden we toch even checken of alles okee was, want onze kleine Willem huilt nogal veel, en ook erg enthousiast. En hij slaapt alleen maar als hij op iemand ligt. Waarop de pediater met een vriendelijke glimlach zei dat alles okee was, en dat het ofwel beter wordt, of dat we het wel gewoon zouden worden. Gelukkig hebben we hier deze week nog de gewillige buik van oma waar Willem nu ligt op te soezen en is ons snoesje zo snoezig dat het hem ook de volgende weken niet aan gewillige buiken zal ontbreken met een gelukkige mama, papa en zus met stip op 1.
Wordt vervolgd!

zaterdag 1 juni 2013

Wishful thinking

Als ik vorige keer al schreef dat ik er uit zie als een olifant, dan zie ik er nu uit als een hoogzwangere olifant. Ondertussen is de doopsuiker af, zijn de enveloppen al geschreven door een vooruitziende oma, zit in de diepvries nu ook stoofvlees, lasagna en moussaka, is het hele huis gisteren nog maar eens gepoetst en zijn alle valiesjes al lang klaar, zowel Jannes, mama's als de baby's. Dat van Janne hebben we trouwens al getest omdat ik dacht dat het donderdag zo ver was.

Ik heb ondertussen al twee weken af en aan voorweeen (en voorweeen doen ook pijn, geloof me), maar donderdag waren de weeen duidelijk van een ander kaliber. Na een paar uur toch maar Frederik gebeld en dan ons superlief bevallingsbabysittersteam, die Janne prompt kwamen oppikken. Helaas, pindakaas. In plaats van door te zetten ebden die weeen langzaam weg, met weliswaar een rustige avond en een goeie nacht slaap voor Free en ik tot gevolg, maar dat was nu net niet waar ik op gerekend had.

Ik word er een beetje moedeloos van, want door al dat geschop en getrek, gespannen buiken en krampen van de voorbije weken had ik gedacht dat de baby er nu al zou zijn. De baby kan niet anders dan te vroeg geboren te worden, dacht ik, want mijn buik staat al weken op springen en de baby is zo onrustig en het is de tweede en ik was ook te vroeg geboren, drie weken zelfs. Vandaar dat ik tegen een onrustig wordende oma, tevens mijn mama, gezegd had om dan alvast haar vliegtuigticket te boeken. Die bevalling zou niet lang meer op zich laten wachten. Wel, dat heet dus 'wishful thinking' of wensdenken in het Nederlands. Nu hebben we een oma die maandag landt, maar nog geen baby. En daar word ik dan weer behoorlijk zenuwachtig van. Ik verval dan van wensdenken in doemdenken: straks hebben we nog steeds geen baby als oma de volgende maandag alweer vertrekt.

Ach ja, mij zenuwachtig maken zal ook niet helpen, net zoals extreem poetsen (alles in een namiddag poetsen, en wassen en strijken), wandelen in de zoo en in de tuin, tonic en koffie drinken ook niet helpen om die baby van gedacht te doen veranderen. In het slechtste geval hebben we een sterk verhaal waarmee we deze kleine voor de rest van zijn leven mee kunnen confronteren als hij ergens te laat is. Kwestie van nog voor je geboorte al een stempel te hebben.

Annelies

zondag 5 mei 2013

De laatste loodjes....

Ik heb een dagje vakantie! Een dagje helemaal voor mij alleen! En dat komt omdat wij bezoek hebben uit Belgie, wat altijd al fantastisch is, maar voor mij vandaag nog meer. Ik kan namelijk niet meer mee huppelen naar downtown en zo, wegens echt te vermoeiend en pijnlijk. De laatste loodjes zijn echt wel de zwaarste, letterlijk in dit geval. Ik ben zo rond als een olifant en beweeg me ook zo, vermoed ik. Alleen met een rolstoel overweeg ik het nog om op uitstapjes te gaan, maar dat is dan weer te lastig zijn voor Frederik. En zo heb ik dus een dagje vakantie met wat tijd om hier te schrijven en dat is nodig want ik heb groot nieuws: ik heb een job(-je)!

Het begon met small talk op de parking van Target. Zoals wel vaker vroeg iemand welke taal ik sprak met Janne. Alleen deze keer wist de dame al dat het Nederlands was. Haar man was namelijk Nederlander. Ik vroeg of ze hun kinderen (ze hadden kinderstoelen op de achterbank) tweetalig opvoeden en ze zei dat ze dat wel geprobeerd hadden. Ze waren namelijk een tijdje naar de Nederlandse school gegaan, maar hadden het uiteindelijk toch opgegeven.
Ik, thuis, onmiddellijk aan het googlen natuurlijk, en zo kwam ik op de website van de Oranjeschool terecht. Het deed een belletje rinkelen (van eerdere google-zoektochten naar een job), maar toen was ik nog niet helemaal klaar voor 'de promotie van de Nederlandse cultuur'. Niet dat ik een Holland-hater ben, maar hoe kun je als schooljuf de Nederlandse cultuur promoten als je er zelf helemaal niets van af weet? Maar na een nachtje slapen dacht ik van 'laten we gewoon eens informeren, you never know'. En nu loop ik dus al een tijdje stage om dan vanaf september juf Annelies te zijn voor de vijf- en zesjarigen! Dat is dan alleen op zaterdagochtend - 't is dus echt een mini-job - maar ik kijk er erg naar uit! Ik doe al mee aan de leerkrachtenvergaderingen, en moet volgende week al zelfs de juf vervangen! En zo heb ik dus vorige week ook mijn eerste en meteen ook laatste Koninginnedag gevierd (want nu is het een koning!)
Vanaf september worden onze weekends dus wel wat korter, maar het was tijd voor een nieuwe uitdaging. Zeker nu ik binnenkort dubbel zoveel huismoeder word, en we hier nog een jaar langer blijven. Jaja, Free heeft nog een jaar extra aan zijn drie-jaar contract toegevoegd. De volgende twaalf maanden worden namelijk zo ongelooflijk hectisch met een nieuwe baby en een experiment van vier maand in Zwitserland dat zowel Free als ik het koud benauwd kregen bij de gedachte dat we nu ook al zouden moeten plannen waar we volgend jaar naar toe trekken. Dus hebben we die zorg met een jaartje uitgesteld om zo ruimte te hebben voor andere uitdagingen en (vakantie-)plannen! 

En door al dit heb ik zo een gevoel dat de baby nu wel mag komen! Ook al omdat ik echt op ontploffen sta. Ik ben er klaar voor! De verzorgingstafel is geschilderd in het kleurtje van het geboortekaartje, dat ook zo goed als af is, de newborn-pampers en de poepzalf liggen klaar, en er hangen babykleertjes in de kast. De doopsuiker is dankzij ons bezoek ter plaatste. Nu nog wachten op de AVA-doosjes en dat nog even in elkaar flansen, mijn adressenlijst opstellen, mijn diepvries vullen met spaghettisaus, en mijn en Jannes vluchtkoffertje maken. Hmmm, misschien kan ik mijn vakantiedagje maar beter nuttig gebruiken.

Trouwens, we zijn van plan om deze blog te gebruiken om de eerste babyfoto's en bevallingsverhalen te posten. Kwestie om jullie niet allemaal op facebook ofwel op kraambezoek te dwingen.

maandag 25 maart 2013

Party time!

Het zonnetje schijnt, de bomen krijgen blaadjes en de bloesems toveren de straten roze. Kortom, het is lente in Seattle. En lente betekent stress voor Frederik, want lente betekent april en april betekent dat zijn meisjes jarig zijn, en dat we onze huwelijksverjaardag vieren, allemaal in een week tijd. Vroeger was er enkel de stress om het perfecte verjaardagscadeau voor zijn liefje te vinden; nu komt daar bovenop de juiste dosering in aandacht te hebben voor elk feestje afzonderlijk. Niet dat ik veeleisend ben. Maar mijn verjaardag is me dierbaar, iets wat blijkbaar genetisch overdraagbaar is. Nu is er gelukkig een factor die Frederik in het voordeel speelt: hoe mensen hier feest vieren, is nogal anders dan wat wij in Belgie gewoon zijn. Dat hebben wij ondertussen al een paar keer ervaren en we blijven er versteld van staan.

Voorbeeld 1: Frederiks 30e verjaardagsfeestje. Vorig jaar, 9 januari werd Frederik 30 en als nieuwbakken huisvrouwtje wou ik dat niet zomaar laten passeren. Dus stak ik een waar verrassingsfeestje in elkaar. Het moet gezegd dat we op dat moment hier nog niet zoveel mensen kenden, maar door nog een andere jarige te vieren hadden we haar vrienden incluis. Met onze Belgische huisfeestjes in gedachten bakte ik taarten en cupcakes om een half leger mee te voederen, en kocht ik drank en bier waarvan er nog steeds een aantal flessen in onze voorraadkast staan. Maar dat was buiten onze Amerikaanse genodigden gerekend. Toen Free en ik terugkwamen van ons dineetje (wat voor de totale verrassing moest zorgen), zat onze kleine living weliswaar goed vol, maar liep die niet veel later ook weer halfleeg. Mensen bleven een uurtje, dronken een pintje of een glaasje wijn en vertrokken daarna weer. Alsof het een receptie was. Een beleefd praatje en dat was dat. Rond een uur of twaalf was het allemaal afgelopen en bleven Frederik en ik wat verbouwereerd achter met massa's taart en bier.

Voorbeeld 2: een fundraiser. Okay, inderdaad, niet echt een feestje, maar toch een formeel evenement met alcoholische drankjes, wat voor Amerikanen - dat heb ik ondertussen door - ongeveer hetzelfde is. We waren meegevraagd met vrienden en waren erg nieuwsgierig hoe het zou zijn, ook al omdat het een protestantse vzw was die het feestje organiseerde, er een dress code was en het in een van de mooie evenementhallen in Seattle doorging.
Het begon goed met erg lekkere hapjes en wijn a volonte, en met een erg mooie presentatie (een muurlange projectie van mooie foto's uit Tanzania) van hun goeie werken. En dan begon het programma.
Eerst wordt in een sneltempo iedereen naar zijn tafel begeleid. Daarna zet een leger van obers de eerste gang op tafel (iets kouds). Het openingsgebed/motivatiegesprekje van de pastoor wordt begonnen met de vraag om allemaal recht te staan, zodat we elkaar kunnen begroeten als wereldverbeteraars. Na dit startschot haast iedereen zich door het koude voorgerecht, terwijl de ene na de andere spreker zijn speech aframmelt. Ondertussen wordt het hoofdgerecht opnieuw in een recordtijd opgediend. Er lijkt een onuitgesproken code te bestaan om te wachten tot een spreker klaar is en dan stort iedereen zich op de (lauwe) kip met kikkererwten die zo droog zijn dat de obers zich nu bezighouden met waterglazen aanvullen. En dan, nog voor je alles doorgeslikt hebt, staat het dessert voor je neus, waar opnieuw iedereen opvliegt als een bende hongerige wolven. Niet dat iemand nog honger heeft, maar omdat de enveloppen voor schenkingen ondertussen zijn uitgedeeld. En de koffiekannen die al van het begin van de avond klaarstonden, al sinds het hoofdgerecht op tafel staan. En dan na nog eens amper vijf minuten, worden die enveloppen allemaal opgehaald en begint de pastoor aan zijn bedanking/afscheidsgebed, waarbij we opnieuw gevraagd worden om recht te staan en elkaar te bedanken om zo'n goeddoeners te zijn.
Perfect op tijd is het programma afgerond, en is iedereen klaar om weer te vertrekken. En dat is ook de bedoeling. Je bord is ondertussen al opgeruimd en niet veel later beginnen ze zelfs al de stoelen op te stapelen. Een event dat rond 6:30 begon, is om 9:30 netjes afgerond. Daarbij gaat het niet om samen gezellig tafelen, noch om het eten, maar om het programma en de timing. Een bijna griezelige efficientie.

Voorbeeld 3: een verjaardagsfeestje van een vriendinnetje van Jannes preschool. Janne en ik waren erg blij met de uitnodiging, weliswaar voor andere redenen. Ik was erg nieuwsgierig hoe zo'n feestje eruit zou zien, zeker omdat het plaatsvond in het Children's Museum. Dat museum is niet veel meer dan een pedagogisch verantwoorde, supercoole speelplek, met pingpongbal-speeldingen, waterelementen, een nagebouwde supermarkt, bus, boot, en dat soort dingen. Een kinderdroom met andere woorden.
Het feestje vindt plaats in een van de klassen in het museum zelf (gratis toegang voor kinderen en ouders is dus inclusief!): kindertafeltjes en stoeltjes in een ruimte geschilderd alsof je in de zee bent, ballonnen, partyhoedjes, sapjes en druiven, alles voor die kleine snottertjes. Het feestje begon om 10:30, dus komen wij toe om 11:00. Op dat moment worden de dozen vol pizza op tafel gezet. De kinderen storten zich op de pizza, waarna de volwassenen hun voorbeeld volgen. En als de kinderen enigzins dat stukje pizza binnengewerkt hebben, wordt hun elk een cupcakeje voorgeschoteld. De ouders zingen en krijgen ook elk hun taartje, nog voor ze de pizza kunnen wegspoelen. En dan wordt ons vriendelijk verzocht om de ruimte te verlaten. Het is ondertussen namelijk 12:00. En om 12:30 moet het lokaal weer klaar staan voor het volgende feestje. Nadien hoorde ik de prijs van het hele feestje, omdat ik tussen de twee organiserende moeders nog even zat uit te rusten. Een viervoud van 100.
Ondertussen hebben we nog een uitnodiging op zak voor een ander verjaardagsfeestje. En daar staat opnieuw netjes het begin- en het einduur op vermeld. Van 3:00 tot 5:00.
"Party time!!" betekent hier dus iets anders dan wat wij denken. Het is de tijd uitgerekend om te feesten, en daarna is het weer tijd om efficient iets anders te doen, gaande van sporten tot koken, maar meestal betekent het tijd om te werken. Ik ben er zeker van dat "quality time" een Amerikaanse uitvinding is.

Dit alles naar aanleiding van mijn voorbereidingen voor Jannes derde verjaardagsfeestje. Dat vindt plaats op 6 april in ons huisje of tuintje. Iedereen van harte welkom vanaf 15:00. Het einduur kennen we nog niet.

vrijdag 15 februari 2013

Lucky 13!!

Ik weet het, ik weet het. 't Is al veel te lang geleden. Excuus: Janne is niet langer de goeie middagdutter die ze eens geweest is, en aangezien dat dat mijn voornaamste blogmoment was, is deze blog het eerste dat daar onder lijdt. Hoofdexcuus: ik ben zwanger!! Jaja, sinds die nierontsteking. En dat is meteen de voornaamste reden waarom het er maar niet van kwam, want als Janne dan toch al eens een middagdutje deed, deed ik er zelf ook een. En dan was er ook nog de ochtendmisselijkheid, gelukkig met een zorgzame schoonmoeder in de buurt, terwijl Frederik in Zwitserland zat. De familie op de hoogte brengen na die twaalf weken, waar ik ook al geen held in ben. Dan waren het de kerstdagen, dat excuus kent iedereen. En daarna is de rug- en heuppijn begonnen. Kortom, hoera, ik ben zwanger, maar vooral oh nee, waar ben ik aan begonnen?

Je kent ze wel, ik zie ze vooral op de mama-lezingen die ik hier help organiseren in het kader van Jannes preschool: de toekomstige moedertjes met een buikje als een basketbal die voorbijtrippelen in hun leuke zwangerschapskleedjes, terwijl ze een gezond groen drankje drinken en even over hun bolle buikje wrijven. Ik dacht dat ik deze keer wel tot de club zou behoren, nu alles toch al uitgerokken en breder is. Helaas, pindakaas. Niets van dat. Ten eerste groei ik vooral in de breedte, ook al omdat ik niet van de chocola en de koekjes kan blijven. En dat laatste hangt dan weer samen met het tweede: ik heb sinds het begin van deze zwangerschap nog geen enkele ononderbroken nacht gehad. En nu is er vooral ten derde: pijn, pijn, pijn. Dat is dus rug- of heuppijn. In het begin kon ik weliswaar nog stappen, maar wandelingen die normaal dagelijkse kost zijn, werden toen reeds 's avonds afgestraft met rugpijn. En dat is met de weken erger en erger geworden tot ik zelfs even helemaal niet meer kon bewegen zonder pijn. In die omstandigheden is een Chocotoff of vier, of een Oreo-koekje of negen het enige dat helpt, ondanks alle goeie voornemens. (Voor wie op bezoek komt: een zak Chocotoffs en reepjes Kinder-chocolade zijn toch echt wel een must!) Ik ben dus weer niet een bevallige, goedlachse, zwangere mama met een blosje op haar wangen drijvend op een roze wolk. Ik ben eerder een waggelende, puffende zeur die meestal met een grimas van pijn strompelt naar de volgende zitplaats. Ik denk dat ik niet de enige ben in ons gezin die uitkijkt naar het einde van deze zwangerschap.

Maar goed, om het toch nog even over iets anders te hebben, iets wat ik jullie al een hele tijd wil schrijven: Halloween hier is fantastisch. Jaja, het is alweer een hele tijd geleden, maar toch wil ik het nog even kwijt, vooral omdat het me zo aangenaam verrast heeft. Zelf vond ik namelijk Halloween, toen we nog in Belgie waren, maar niks. Zo'n onnozel onding dat vooral door de commercie gedreven wordt. Maar sinds onze laatste Halloween hier, en dan eigenlijk vooral Jannes reacties erop, ben ik echt helemaal van gedacht veranderd. Halloween is het leukste kinderfeestje dat er hier is, want dat is het wel echt hier, een kinderfeestje! Eigenlijk is het een beetje onze Sinterklaas, maar dan zonder allerlei politiek oncorrecte personages.
Ik had niet kunnen weerstaan aan een kabouter-outfit dat ik in Target had zien hangen, al was ik ondertussen bezig om zelf een kostuum te haken. Indeed, commercie, commercie. Maar je mag je kostuum ook zelf maken en dat zijn uiteindelijk vaak de leukste. (Mijn winnaars zijn alvast de drie klein mannen uit een gezin, allemaal verkleed als LEGO-ventjes, gele ronde kopjes incluis.) Mijn Janne is uitgezonderd op die regel. Zij was superschattig met haar niet-zelfgemaakte pinnemuts op.
Overal worden er dan in de tijd rond Halloween kinderfeestjes georganiseerd. Zelf trokken Janne, oma Sjia en ik (Free zat in Zwitserland) naar het feestje van de YMCA (hoe kan het ook anders?). Sindsdien staat voor Janne het begrip feestje gelijk met dansen, lekker eten en koekjes.
Op 31 oktober zelf zijn we dan naar de University Village getrokken, het shoppingcentrum in de buurt, waar de kindjes bij alle winkels "trick or treat" roepen. Daar lopen vooral de allerkleinsten rond, de oudere kids gaan aan de huisdeuren bellen. Na een twee keer oefenen, had Janne door hoe de vork in de steel zat, en hop, weg was ze. Ze heeft echt alle winkels minstens een keer gedaan. Op het einde was ze zo moe dat ik ze moest dragen tot net voor een winkel, waar ze dan zelf haar prijs ging oppikken, om daarna weer gedragen te worden.
Ik beken, ik was helemaal vertederd door die schattige kabouter met haar zakje vol snoepjes. De overwinningsroes van dat zakje heeft nog dagen nagezinderd telkens ze een snoepje koos. En ook oma, mama en zelfs papa die pas een week later terug thuis arriveerde, hebben van de snoepjes genoten, weliswaar in het geniep. Misschien moet ik nu al beginnen aan twee kostuumpjes voor volgend jaar.