maandag 30 januari 2012

I heart Puget Sound

Eerst en vooral wens ik jullie allemaal een fantastisch 2012! Misschien is 2012 wel het jaar bij uitstek om een bezoek aan de VS en ons te brengen. Deze streek is het meer dan waard. Tijdens de kerstdagen had Frederik eindelijk een paar dagen vakantie. Daarvan hebben we dankbaar gebruik gemaakt om de streek te verkennen. Zo ben ik de laatste weken langzaamaan verliefd geworden op onze nieuwe woonplaats. En ik denk dat hetzelfde voor Frederik geldt.
We hadden natuurlijk wel al een paar buurtjes in de stad aangedaan. Heel Seattle is opgedeeld in stadsdelen met hun eigen architectuur, sfeer en ‘streek’-producten. Zo hadden we de ‘farmers-market’ in de U-district al ontdekt. (Boerenmarkten zijn hier ecologisch-biologisch etc. en bijgevolg ook bijzonder hip.) En vonden we Fremont, de hippie-buurt ten westen van Wallingford erg leuk, met z’n originele standbeeld van Lenin, trol-onder-een-brug en vele vintage-winkeltjes. We hadden ook al Green Lake, Discovery-park, Magnuson-park en de Golden Gardens bezocht. Al deze parken liggen in Seattle zelf en hebben fenomenale uitzichten op de bergen (veelal vulkanen) ofwel ten westen, ofwel ten oosten van de stad. Op de hoogste heuvels kun je trouwens - op zonnige dagen weliswaar - zowel de Olympic Mountains als de Cascades zien, een uitzicht waar ik blijf van genieten als ik met de auto 50th Street afrijd. De typisch Amerikaanse beton-wegen, houten elektriciteitspalen en pre-fab gebouwen langs de drukste wegen, naast de straten vol gezellige houten woonhuizen geeft Seattle die groezelige gezelligheid die ik zelf zo typisch Amerikaans vind. Maar alleen in Seattle wordt deze groe-zelligheid afgewisseld met best wel indrukwekkende heuvels en spectaculaire uitzichten. Ook sta ik nog altijd even stil wanneer ik ‘bald eagles’ spot (met uitzondering van de ‘bald eagle’ die zijn uitkijkpost op een verlichtingspaal langs de autostrade heeft). Al een keer cirkelden ze pal boven ons huis, een majestueuze verschijning zonder weerga.
Vorige week genoten we dan weer van wat ze hier “snow days” noemen. Tien centimeter sneeuw deed wat alleen de zeer uitzonderlijke feestdagen kunnen: het openbare leven doen stilvallen. Alle openbare instellingen, zoals de universiteiten, bibliotheken, zwembaden,… hadden op dinsdag al aangekondigd dat ze gesloten waren tijdens de sneeuw-dagen;  er lag toen nog geen vlokje op de grond. Toen we op woensdag opstonden, was echter alles bedekt met vijf centimeter sneeuw, en leek het alsof heel Seattle in een winterslaap verzonken was. Zo goed als alle winkels waren dicht, wat hier echt wel heel uitzonderlijk is. En in de namiddag werd heel de stad een recreatiepark; overal kwam je mensen met kinderen op slees tegen, of mensen op langlauf-skis of studenten verwikkeld in sneeuwbalgevechten. De meest stijle hellingen werden ingepalmd door de waaghalzen die op slees, maar ook op stukken kartonnen, rubberen bootjes, gelijk wat de hellingen kwamen afgesjeesd. Twee dagen sneeuwde het, op vrijdag regende het en tegen vrijdag-avond was de winterslaap over.
Al die Seattle-schoonheid valt echter in het niets bij Puget Sound, de naam van de zeearm waaraan de stad ligt.  Deze reusachtige baai ligt bezaaid met eilandjes en schiereilanden en is echt  betoverend mooi. Waar je ook kijkt, je word omringd met natuur-schoon. En dat wordt dan nog eens afgewisseld met pittoreske Amerikaanse stadjes (ja, het bestaat!). Zo hou ik erg veel van Whidbey Island, een schiereilandje met zijn eigen kleine baai, maar ook van de stadjes Poulsbo en Port Townsend. In deze kleine dorpjes lijkt de tijd wel al jaren stil te staan. Maar dat is nog maar een fractie van wat er allemaal te ontdekken valt. Zo wil ik zeker nog naar de Orca Islands, inderdaad genoemd naar de orka-familie die in de wateren rond de eilandengroep woont, en naar het Olympic National Park, met zijn warm-water-bronnen en eigen stukje regenwoud.  Ook het indianen-reservaat naast het stadje La Conner en het oude stadje zelf staan op het verlanglijstje voor zeer binnenkort. (De stad Seattle is trouwens genaamd naar een indiaans opperhoofd uit de 19e eeuw.)
Inderdaad, na de eerste moeilijke maanden, vol praktisch geregel en gedoe, zijn nu onze wittebroodsweken aangebroken. Nu alleen nog wat meer vrije tijd voor Frederik vinden om samen van al dat moois te genieten.