vrijdag 28 september 2012

Doktoreren

Het begon met het vermoeden van een blaasontsteking op zondagavond en tegen donderdagmiddag voerde Frederik me naar spoedgevallen. Prima aanleiding voor een spoedcursus Amerikaanse gezondheidszorg. Daarbij een paar voorafgaande opmerkingen.

Wij zijn hier via de unief verzekerd, wat betekent dat wij vallen onder de ziekteverzekering van Washington State, en dat betekent dan weer dat wij hier goed verzekerd zijn. Anders zouden we dit avontuur echt niet eens overwogen hebben.
Vallen onder de publieke gezondheidsregeling betekent echter niet dat het ding dan duidelijk geregeld is. De gezondheidszorg en terugbetalingsregelingen zijn een kluwen van regels en uitzonderingen, waar een kat zijn jongen niet meer in terugvindt. Dat heeft onder andere te maken met het feit dat onze verzekering wil dat wij in eerste instantie gebruikmaken van zorgverstrekkers die bij hen aangesloten zijn. En voor tanden geldt dan nog eens een ander systeem. Voor meer info over tandartsen hier moet je trouwens bij Frederik zijn. Hij moest een tand laten ontzenuwen, en een kroon laten plaatsen. Een grapje van rond de 1500 dollar.
Ook betaal je elk jaar opnieuw eerst een soort franchise (dat is per persoon 250 $) voor er ook maar iets terugbetaald wordt. Dat verklaart waarom wij een factuur van 310 dollar hadden bij ons eerste doktersbezoek in februari. Uit een nog Belgische reflex gingen we met zijn drietjes gezellig naar de dokter. Dat zouden we nu dus niet meer doen.

Soit, op maandag boek ik via internet een afspraak in de "neighbourhood clinic". Dat gaat vlotter dan bellen naar het call center om een afspraak te maken, want daar moet je meteen ook je hele ziektebeeld vertellen.
Onze "clinic" is trouwens op loopafstand en bevindt zich op de derde verdieping van een nieuw complex. Het dokterskabinet - als je het zo nog kunt noemen- is gloednieuw en super verzorgd. In de lobby moet je je dan aanmelden, waarop een van de drie aanmeldingsdames je blad uitprint met al je gegevens op. (De twee anderen zitten meestal met hun vingers te draaien.) En dan word je opgehaald door de verpleegster die je meeneemt naar een kotteke, waar ze je - standaard - weegt, je bloeddruk en temperatuur opneemt en je dossier via de pc opent en nog eens met je checkt. Zij vraagt wat er scheelt en je doet je hele verhaal terwijl zij wat woordjes typt. Dan word je veelal weer meegenomen naar de wc waar je in een potje moet plassen. Aan de muur hangt daar trouwens een 15-stappen-plan van hoe je een 'proper' staal moet afgeven. Hilarisch. Direct naast de wc is er een stalen deurtje waar je dan je staal achterlaat en dat het laboratorium via hun stalen deurtje onmiddellijk onderzoekt. Een waar urine-doorgeefluik. Veelal nog iemand anders begeleidt je dan terug van de wc naar dat kotteke waar je dan op de dokter moet wachten. En als hij dan via zijn deur binnenkomt (jaja, aparte deur, dokters- en patientengedeelten zijn mooi van elkaar gescheiden), krijg je een kwartier om nog eens je verhaal te doen tegen hem. Het is een ongelooflijk fantastisch gestroomlijnd proces waar Ford fier zou op zijn.
Nu, ik heb dit lopende band-gevoel ook al in Belgie meegemaakt. Ga maar eens naar de gynaecoloog in het Heilig Hart in Leuven. Maar bij de huisarts was het toch nieuw voor mij. Bij de huisarts in Leuven moest ik veelal uren in de wachtzaal zitten, ook al had ik een afspraak, om daarna zelf erg lang bij de dokter te zitten. Dat was niet altijd mijn schuld. Mijn huisarts kreeg om de haverklap telefoontjes van patienten die nog om extra raad of resultaten en diens meer vroegen. Hier heb ik de dokter zelf nog nooit aan de telefoon gehad. Ook niet als hij op maandag de boodschap gaf dat ik hem de volgende dag moest bellen als het niet beter was. En de resultaten van stalen vind ik mooi allemaal op mijn "clinic-account" terug.

Op dinsdag bel ik dus. Je belt echter altijd eerst een call center die je dan doorverbinden naar de verschillende 'clinics'. En zo kreeg ik dan via via de hoofdverpleegster van mijn 'clinic' aan de lijn in plaats van de dokter. Die vraagt me gewoon: heb je rugpijn? en ik zeg neen. Alles in orde dus. Okee, ik geef toe dat ik nogal weigerachtig was om pijn te voelen omdat de dokter mij gezegd had dat een nierontsteking in dit land veelal intraveneus behandeld wordt.
Ik verklaar mezelf dus voor genezen en begin vol goede moed op woensdagochtend aan het huishouden, wat niet lukt. Tegen 's middags lig ik languit in de zetel en rond vier uur - het uur dat ik een nieuwe afspraak heb bij de dokter - kan ik met moeite nog lopen van de pijn. Resultaat? Zware antibiotica en pijnstillers. Op donderdagochtend zit ik met Janne in de zetel terwijl het zwart voor mijn ogen wordt en ik hartkloppingen heb, ondanks die pijnstillers en antibiotica. Rond hetzelfde moment belt de hoofdverpleegster me op met de vraag of het al wat beter gaat. Niet dus. Blitzbezoek aan de dokter, die zeer vriendelijk aan Frederik duidelijk maakt dat hij zelf niets meer kan doen en dat spoedgevallen voor dit soort zaken aangewezen is.

Spoed valt samen te vatten als nog meer plas- en bloedstalen, dokters en verpleegsters in alle vormen en gedaanten, ultrasounds en onzekere diagnoses. Blijkbaar waren mijn arts en de hoofdarts van spoed het niet helemaal eens over mijn geval, waardoor ze allebei langskwamen en ons uiteindelijk de keuzes lieten maken. En dan eindelijk na nog eens vier uur, het verlossende morfine-shot en een baxter met antibiotica. Toen voelde ik me fantastisch en was ik klaar om naar huis te gaan. En zo is het ook gegaan. Na nog een shot van morfine en een boterham met yoghurtje, heeft Free me thuis in bedje gelegd en heb ik voor de volgende twee dagen vooral geslapen.

Ondertussen ben ik weer helemaal genezen en dat weet ik zeker omdat elk genezingsproces hier bij mij eindigt met dezelfde vraag: hoeveel zal dit weer gekost hebben? De prijs van het namiddaguitje spoed is 3618,54 dollar. Daarvan heb ik al een overzicht gekregen. Hoeveel we daar zelf van moeten betalen, is nog niet duidelijk. En ook de facturen van alle doktersbezoeken en plas- en bloedstaaltjes moeten nog beginnen toestromen.
En wij mogen dus echt niet klagen. Mensen die we kennen, hebben elk een parttime job zonder ziekteverzekering. Zelf bijdragen betalen kunnen ze zich niet veroorloven. En dan breekt die kerel zijn pols: een factuur van rond de 5000 dollar. Wat dan weer tot andere verhalen leidt van mensen die twintig jaar lang 20 dollar afbetalen aan het ziekenhuis voor hun ziekenhuisopname in de jaren stillekes. Andere vrienden hebben geen "dental" en zijn al in jaren niet meer naar de tandarts geweest. Bij tandpijn nemen ze een aspirientje.

De moraal van het verhaal: don't get sick! En drink veel water.