dinsdag 22 oktober 2013

I heart Americans!

Hoe gaat het met jullie? Ja, het is alweer veel te lang geleden. 't Was niet van niet willen, maar van niet kunnen. Ik weet al maanden wat ik wil schrijven, maar heb letterlijk mijn handen niet vrij. En alhoewel ik ondertussen al erg snel een e-mailtje met een hand kan schrijven, zowel links als rechts, zie ik dat voor een blogje niet zitten. Nu, genoeg gezeverd, dat laat ik aan Willem over. Straks is het hier alweer gedaan, die handen-vrije tijd. Dus moet ik me haasten. Mij haasten om te vertellen dat Janne bij een vriendin is voor een sleep-over omdat ik letterlijk door mijn benen zakte, op mijn tandvlees zat, het bos door de bomen niet meer zag. Na maanden van wel erg korte nachten was vorige week "la grande finale": een man die in het buitenland zit = Janne ziek. Dat is al zo sinds ze geboren is, maar alleen als oma er niet is om me bij te staan. En dan hoest Janne niet alleen de longen uit haar lijf maar ook alle left-overs uit haar maag. Een vodje van een dochter heb je dan die uitgeteld in de zetel ligt en naar een scherm staart. Maar ook eentje met een rothumeur die je in het midden van een Willem-shift wakker roept omdat ze dorst heeft, om dan haar water te weigeren omdat het geen bubbelwater is. Of bij alles wat je haar aanbiedt om haar wat beter te maken, van medicijnen tot lippenzalf tot thee met honing, NEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEEN schreeuwt. Jaja, zieke kinderen, je kent dat wel. Ewel, laat deze miserie nu de aanleiding zijn van een positief verhaal, eentje dat ik al wou schrijven vlak na de geboorte van Willem.

Geef het maar toe. Wij hebben niet zo'n al te best beeld van Amerikanen. We vinden ze veelal luidruchtige idioten met een onverstaanbare liefde voor wapens. Het kunnen alleen maar idioten zijn die hun kinderen wapens cadeau doen, tegen sociale zekerheid zijn en stemmen voor Bush. Idioten die niet weten wat de hoofdstad van Belgie is (Antwerpen toch zeker!) en over alles een film maken om het boek niet te moeten lezen, omdat ze dat blijkbaar niet kunnen, lezen. Het is hier dan ook ontzettend gevaarlijk om te wonen met al die wapens en onwetendheid. Het schietincident dat letterlijk naast onze deur plaatsvond, bewijst het. En wij maar zeggen tegen onze ouders dat het hier veilig is. En toch heb ik hier ondertussen mijn hart verloren aan dat volkje.

Het begint met de ontzettende vriendelijkheid. Bij ons zeggen ze dan: Amerikanen zijn oppervlakkig. Ze slaan wel een praatje, maar dat is het dan. Maar ik vind praatjes slaan heerlijk. Het is zo, zooo, zoooo makkelijk om hier met iemand aan de praat te raken. En zo heb ik trouwens ook mijn beste vrienden hier gemaakt, door gewoon een praatje. Frederik en ik schrokken ons een ongeluk toen we in februari naar NYC gingen. Uit goeie gewoonte zeiden wij vriendelijk tegen iedereen goeiedag die bij ons in de lift stapte, maar we kregen geen antwoord. We vonden het maar kil en koel, die mensen daar, terwijl ons dat nooit was opgevallen als vanuit Belgie in NYC landden. Ik vermoed dat de Amerikanen die in Europa landen zich nog meer een hoedje schrikken.

En dan de solidariteit. Daar geraak ik maar niet over. Bijvoorbeeld toen ik eind augustus begin september met mijn nierontsteking zat. Toen snelden sommige van de moeders van de cooperatieve kleuterklas te hulp met play dates nog voor we kennis gemaakt hadden. Of toen Willem geboren was. Dan zette een moeder een "meal calendar" op poten: mensen kunnen intekenen op een elektronische kalender om je eten te brengen voor die eerste moeilijke weken. Dat was zonder overdrijven een godsgeschenk. Die eerste weken kregen we elke dinsdag en donderdag een heerlijke maaltijd aan onze deur gebracht door de mama's van de coop. En het is echt niet dat dat al die mama's persoonlijke vrienden zijn. Ik maakte me zorgen hoe ik zoveel goedheid kon terugdoen, toen een van de mama's me er op wees dat dat helemaal niet de bedoeling was. Het idee is dat jij dat op jouw beurt weer doet voor iemand die het nodig heeft. Fantastisch toch! Dat noemen ze hier "community". Je bent lid van jouw community en dat kunnen er verschillende zijn: de YMCA, de coop, maar ook het radiostation waarnaar je luistert en de buurt waarin je woont, en draagt bij tot die community zoveel je kan. En kun je niet, dan helpt de community jou. Zo zorgen mensen hier voor elkaar. Solidariteit is er dus met hopen. Het is alleen niet door de staat gereguleerd.

Dat brengt mij terug bij mijn week "in hell". Dinsdagnacht post ik op fb dat Janne ziek is, woensdagochtend brengt een coop mama mij vier zelfgemaakte muffins, woensdagnamiddag komt een vriendin drie maaltijden in mijn diepvries stoppen zodat ik niet hoef te koken, donderdagavond komt een vriend koken en afwassen zodat ik letterlijk niet eens hoef recht te staan. Zondag wordt het brood aan de deur gebracht en gisteren is Janne dus bij vrienden gaan slapen zodat ik de hele namiddag kon bijslapen en 's nachts alleen voor Willem moest opstaan (die van om de twee uur naar om de drie uur borstvoeding gegaan is: HOERA!!). En ondertussen vragen alle coop mama's alweer hoe ze kunnen helpen en of ze een meal calendar moeten opzetten. YES PLEASE! Wat fantastisch toch dat ik nu zelf ook zo'n Amerikaantje in huis heb!