maandag 24 juni 2013

Ankerbaby, deel II

Snel en onsamenhangend. Met schrijffauten en missende woorden door slaapdeprivatie. Willem, onze ankerbaby, deel II.

Met Willem gaat alles goed. 't Is een echte baby. Zo eentje die alleen maar slaapt als hij op iemands borstkas ligt, liefst op de boezem van mama. Zo'n baby die slaapt met een tepel half in zijn mond en heftig begint te zuigen als je aanstalten maakt om hem te verleggen. Telkens opnieuw probeer ik hem heel voorzichtig van mij te halen en in de babystoel te leggen, maar telkens opnieuw gaan na tien minuten zijn oogjes open en nog vijf minuten later begint hij de meest droevige smoeltjes te trekken om dan in een hartsbrekend huilen uit te breken. Vandaar dat Willem het grootste gedeelte van de dag en de nacht doorbrengt op of rond mijn borsten. En vandaar dat ik momenteel weer op craigslist en amazon zit op zoek naar die supersonische babystoel die kan wiegen in drie richtingen in zestien verschillende snelheden met vijfendertig muziekdeuntjes en bijpassende mobiele, in de hoop dat ik hem dan eindelijk eens dertig minuten kan neerleggen. Tot dan moet de stofzuiger soelaas brengen. Herkenbaar, nietwaar?

Met mij gaat het beter. De dokters hebben me opgedragen om elke dag dertig minuten te stappen, en ik zit toch al aan twee blokjes (dat wil zeggen van 55th street tot 60th street), jammergenoeg nog niet zonder pijn. Ver kan ik dus nog niet lopen. Wat betekent dat ik mijn dagen thuis slijt, want veel rondzeulen met een maxicosi en een kleuter zit er nog niet in. Alleen moeders kunnen je vertellen wat een aanslag nieuw leven geven is op je lijf. Dat vind ik zelf mentaal het zwaarste, nek aan nek met het gebrek aan slaap. Gelukkig weet ik dankzij Janne dat dat wel weer goed komt, toch het meeste.

Met Frederik kan het beter. Ik heb een beetje medelijden met mijn man. Want zoals hij zelf zegt, heb ik nu vooral een zoon en heeft hij nu vooral een dochter en die is momenteel niet van de poes. Daar later meer over. Maar hij heeft ook nog een job, een huishouden en een slaapgedepriveerde vrouw met aanhangsel. Terwijl ik vooral deze baby probeer te 'pleasen', rent hij van hier naar daar, van werk naar dochter naar vrouw.
Klein voorbeeld. Zijn baas heeft hem/ons vorige week gevraagd of hij het zou zien zitten om in het najaar nog eens naar Zwitserland te gaan. Dat zou de teller op drie zetten (een totaal van twee en een halve maand) met de olijke belofte dat er dan geen trips meer gepland zijn tot de volgende zomer. Het angstzweet breekt me uit bij de gedachte alleen al, want voor die eerste maand zonder mijn superman krijg ik hulp uit het Belgenland, maar voor die tijd daarna heb ik nog geen helpende hand gepland. Iemand zin in een au-pair ervaring voor een maand? Serieus! De reden voor de vraag is Janne.

Met Janne gaat het minst. Onze mini-miss heeft het zwaar te verduren of beter: wij krijgen het zwaar te verduren. Zowel Free als ik proberen haar echt tegemoet te komen met knuffels en aandacht, maar dat zint haar allemaal niet. Ze peuterpubert 24 op 24. Tot je er echt horensdol van wordt. Alles is het waard om een huilbui van te krijgen. Wat anders gewoon de routine van de dag was, wordt nu een strijd tot in het oneindige. Ze heeft al een aardbeienmelkje, maar nu wil ze het aardbeienmelkje met het koetje er op. Ze kan plots niet meer alleen op het potje of haar schoenen aan doen, we mogen haar haar niet meer wassen of haar gewoon een zoen geven. Alles zegt ze met een huilerig, onheilspellend stemmetje.
Gelukkig gaat ze deze week elke ochtend "op kamp". Dat is dan een speciaal kinderopvangprogramma van de YMCA, maar da's alleen voor deze week. En krijg ik heel wat aanbiedingen van mama's van de coop voor play dates. Maar ik durf momenteel niet verder te kijken dan deze week. Alle tips welkom!

Conclusie: we zien onze peren af, zoals alle ouders van pasgeborenen. Misschien moet er op baby-kaartjes naast 'gelukwensen met de baby' ook 'innige deelneming' staan.

vrijdag 7 juni 2013

Onze willem, dag 1

I did it

Welkom thuis

Een grote zus in de wolken



Hiep hiep auw hoera voor Willem!!

Mijn excuses voor de vertraging, maar het was nogal een bevalling, en het is ook nogal een baby, onze baby Willem.

Maandag gingen we dus mijn mama ophalen op de luchthaven. We hadden op voorhand gezegd dat ze misschien een taxi zou moeten nemen richting ons huis. Dus belde ze heel voorzichtig toen ze nog voor de douane stond. Of het zou lukken om haar op te halen. We waren al onderweg. En al lachend of we daarna onmiddellijk naar het ziekenhuis zouden rijden. Wie weet, zei ik nog.

Ik had ondertussen al zoveel krampen en schoppen te verduren gekregen dat ik op den duur niet meer wist wat ik voelde. Dat was zo toen ik in de auto zat. En dat was ook nog zo toen ik in de luchthaven rondwaggelde op zoek naar mama. Maar dat was niet meer zo toen we richting auto terugliepen. Op dat moment moest ik toch echt even stoppen met wandelen en om adem happen. En Free roept van bij de auto: "Ik geloof je niet!!" Maar het was wel waar. En het bleek ook nog eens om de vier minuten waar te zijn. Dus van luchthaven naar huis, oma en Janne uit de auto, valiezen ruilen en richting ziekenhuis. Mega wee, in de parking, gelukkig al in een rolstoel, met als laconieke opmerking van een omstaander: "I think you are having a baby". En vandaar onmiddellijk in de bevallingskamer om het Amerikaanse circus te laten beginnen.
Ik had al zeven centimeters en weeen om de zoveel minuten terwijl het halve ziekenhuis (zo leek het toch) zich vriendelijk kwam voorstellen als assistant-doctor, of nurse, of midwife, of head of the resident-doctors, van alles en nog wat. Ik weet het allemaal niet meer. Ik weet alleen nog dat ik dacht "IDIOTEN!!! Zien jullie niet dat ik bezig ben!!!" En nog vijf minuten later mocht ik persen (Free zei dat het geen vijf minuten waren, maar uiteindelijk een uur; een mens zijn perspectief verandert wel wat als hij aan het bevallen is). Blijkbaar zat er meconium (of hoe schrijf je dat?) in het vruchtwater en dat betekent in de States dat er dan altijd pediaters bij de bevalling aanwezig zijn. Waarom het er dan drie moeten zijn, weet ik niet. Soit, de hele bevallingskamer stroomde in elk geval op dat moment vol. Ik denk dat er zonder Free en ik gerekend minstens acht mensen in de kamer stonden. Ik voelde me maar een beetje bekeken. Wat een geluk voor zoveel pijn dat je helemaal versuft bent en het je allemaal niet meer kan schelen. Maar na een paar persen (en het getrek en gepotel van iemand die zogenaamd aan jouw kant staat) liep de kamer weer leeg, wat zelfs in mijn staat erg demotiverend was. Het zou dus nog niet voor meteen zijn, het bleek namelijk een sterrekijkertje te zijn, eentje die zo naar boven wil kijken als hij in de wereld komt, in plaats van naar beneden.

De rest van de details bespaar ik jullie. Ik heb nog bijna twee uur moeten "wachten" vooraleer de kamer weer vol liep. En ik zou willen schrijven dat de komst van Willem dan alles goedmaakte, maar dat zou de werkelijkheid oneer aandoen zijn. Want ze hebben hem onmiddellijk weggenomen om te checken of alles okee was, en zijn longen schoon te maken, etc.... terwijl ik nog verder moest "bevallen" van een placenta etc... Het was met andere woorden een zware bevalling en ik ben dan ook langer dan gewoonlijk (in de States althans) in het ziekenhuis gebleven, namelijk twee nachten in plaats van een.
Dat ze mij met zware pijnstillers naar huis laten gaan, vind ik vriendelijk. Het mochten er nog wat meer zijn zelfs. Ik kan ze goed gebruiken. Dat ik nog steeds met moeite rondloop en ze mij toch naar huis laten gaan, kan ik begrijpen. Ze hadden om dat probleem te overbruggen twee verschillende kinesisten langsgestuurd: een 'physical therapist', om te checken of ik van de vijf trappen naar ons appartement zou kunnen stappen en een 'occupational therapist' om te checken of ik in de douche zou geraken. Dat ze mij bijna met een catheder naar huis stuurden, daar hadden zowel Free als ik behoorlijk onze bedenkingen bij. Dan zouden ze me leren hoe ik met dat ding moest omgaan en dan moest ik gewoon. Gelukkig was ik geslaagd op mijn tweede plastest. Geen catheder dus. Wat ons uiteindelijk bijna de das omdeed, was dat onze autostoel afgekeurd is door de verpleegster wegens onveilig. Het ding, dat we in een tweedehandswinkel kochten, is blijkbaar zes maand over tijd. Een babystoel mag maximaal zes jaar oud zijn en wordt daarna als onveilig beschouwd. Maar goed. We waren gewaarschuwd, en mochten dan eindelijk vertrekken richting huis, oma en fiere grote zus Janne.

En nu zijn we dus al twee dagjes en twee nachtjes thuis met onze nieuweling. Vandaag moesten we al opnieuw bij de pediater langs. We, want ik ben nog steeds niet zo goed te been. Daar wilden we toch even checken of alles okee was, want onze kleine Willem huilt nogal veel, en ook erg enthousiast. En hij slaapt alleen maar als hij op iemand ligt. Waarop de pediater met een vriendelijke glimlach zei dat alles okee was, en dat het ofwel beter wordt, of dat we het wel gewoon zouden worden. Gelukkig hebben we hier deze week nog de gewillige buik van oma waar Willem nu ligt op te soezen en is ons snoesje zo snoezig dat het hem ook de volgende weken niet aan gewillige buiken zal ontbreken met een gelukkige mama, papa en zus met stip op 1.
Wordt vervolgd!

zaterdag 1 juni 2013

Wishful thinking

Als ik vorige keer al schreef dat ik er uit zie als een olifant, dan zie ik er nu uit als een hoogzwangere olifant. Ondertussen is de doopsuiker af, zijn de enveloppen al geschreven door een vooruitziende oma, zit in de diepvries nu ook stoofvlees, lasagna en moussaka, is het hele huis gisteren nog maar eens gepoetst en zijn alle valiesjes al lang klaar, zowel Jannes, mama's als de baby's. Dat van Janne hebben we trouwens al getest omdat ik dacht dat het donderdag zo ver was.

Ik heb ondertussen al twee weken af en aan voorweeen (en voorweeen doen ook pijn, geloof me), maar donderdag waren de weeen duidelijk van een ander kaliber. Na een paar uur toch maar Frederik gebeld en dan ons superlief bevallingsbabysittersteam, die Janne prompt kwamen oppikken. Helaas, pindakaas. In plaats van door te zetten ebden die weeen langzaam weg, met weliswaar een rustige avond en een goeie nacht slaap voor Free en ik tot gevolg, maar dat was nu net niet waar ik op gerekend had.

Ik word er een beetje moedeloos van, want door al dat geschop en getrek, gespannen buiken en krampen van de voorbije weken had ik gedacht dat de baby er nu al zou zijn. De baby kan niet anders dan te vroeg geboren te worden, dacht ik, want mijn buik staat al weken op springen en de baby is zo onrustig en het is de tweede en ik was ook te vroeg geboren, drie weken zelfs. Vandaar dat ik tegen een onrustig wordende oma, tevens mijn mama, gezegd had om dan alvast haar vliegtuigticket te boeken. Die bevalling zou niet lang meer op zich laten wachten. Wel, dat heet dus 'wishful thinking' of wensdenken in het Nederlands. Nu hebben we een oma die maandag landt, maar nog geen baby. En daar word ik dan weer behoorlijk zenuwachtig van. Ik verval dan van wensdenken in doemdenken: straks hebben we nog steeds geen baby als oma de volgende maandag alweer vertrekt.

Ach ja, mij zenuwachtig maken zal ook niet helpen, net zoals extreem poetsen (alles in een namiddag poetsen, en wassen en strijken), wandelen in de zoo en in de tuin, tonic en koffie drinken ook niet helpen om die baby van gedacht te doen veranderen. In het slechtste geval hebben we een sterk verhaal waarmee we deze kleine voor de rest van zijn leven mee kunnen confronteren als hij ergens te laat is. Kwestie van nog voor je geboorte al een stempel te hebben.

Annelies